45-voet container heeft de wind mee

Kiezen voor zoveel intermodaal vervoer als mogelijk is een duurzaamheidsslag. De 45-voet container speelt daarbij een belangrijke rol, weet Jan Koolen, algemeen directeur van UNIT45 - een onderneming die, zoals de naam al aangeeft – gespecialiseerd is in de bouw, verkoop en ontwikkeling van (en toepassingen voor) 45-voet containers.

De containermarkt is kapitaalintensief – en daardoor ook wat conservatief. Nog steeds gebruiken we om, bijvoorbeeld, het transportvermogen van schepen aan te duiden de standaard ‘TEU’, waarbij de ‘T’ staat voor twintig voet. Het merendeel van de containers op een dergelijk schip bestaat echter doorgaans uit 40-voeters (die dus voor 2 TEU tellen), en andere formaten. Een dergelijk afwijkend formaat is de 45-voet container. Jan Koolen van UNIT45 weet er alles van.

“Een 45-voet container is in zekere zin een directe concurrent voor het monomodaal vervoer als dat via de weg verloopt. Zodra je intermodaal wilt transporteren, is de 45-voeter ideaal. Sterker nog: in het Europese shortsea-transport is het de standaard.” Aanvankelijk had dit formaat wat tegenwind: op de grote schepen wilde de box niet mooi passen tussen de 20- en 40-voeters, en in sommige landen pasten twee 40-voeters op een treinwagon, maar twee 45’-containers niet.

Patent

Het eerste probleem, dat tot schade aan deze grotere containers kon leiden, werd opgelost door de hoeken van de box af te ronden. “Neil Kinnock, destijds verantwoordelijk voor transport in de EU, noemde het een geweldige uitvinding.” De andere uitdaging werd opgelost met langere wagons: “nu passen er twee 45-voet containers op.”

Daarmee is de 45-voet container nog geen wereldwijd in te zetten product, haast Koolen, die in 2003 één van de oprichters van UNIT45 was, uit te leggen: “De trailermaten in een land zijn in feite bepalend voor de afmetingen van de container. In de VS is dat 53-voet, in Zuid-Amerika 51 en in Australië 48.” Betekent dat, willen we weten, dat als je de 45-voeter via de Nieuwe Zijderoute naar China brengt, dat de container daar niet behandeld kan worden? “Nee”, antwoordt Koolen direct. “Dit formaat wordt steeds meer geaccepteerd. De 45-voet reefer is daarbij niet duurder dan de 40-voet equivalent. In China is een ‘normale’ 45-voeter nog wel duurder, hopelijk verandert dat snel.”

Vriezen en verwarmen

Aandacht vraagt Koolen voor specifieke toepassingen met reefer-containers. “Ten eerste hebben we boxen laten bouwen die tot -60 graden Celsius kunnen koelen, wat van belang is voor het transport en opslaan van het corona-vaccin. Daarnaast kunnen de containers ook gebruikt worden om te verwarmen: producten die van China naar Europa komen, denk aan computers maar ook auto’s, mogen onderweg niet lijden onder grote temperatuurschommelingen.” Om een continue temperatuur te garanderen, bouwt UNIT45 containers die autonoom functioneren met een eigen dieselelektrische unit. Zou dat niet duurzamer elektrisch kunnen, zeker in Europa waar diesellocomotieven minder aantrekkelijk worden?

“Zeker bij internationaal transport, met regelmatige locomotiefwissels is een constante temperatuur dan moeilijk te realiseren. En dat geldt nog sterker bij intermodaal transport, wanneer de containers wellicht ergens op een rangeerterrein of opslagpunt staan voordat elektriciteit via een vrachtwagen of shortsea-schip beschikbaar is. Daarom hebben we juist containers op de markt gebracht met een groter brandstofreservoir, 800 liter, zodat ze tot wel 24 dagen selfsupporting kunnen zijn.”

Innovatief blijft UNIT45: “we ontwikkelden niet alleen medische containers, maar ook hotelcontainers en toiletcontainers voor bij festivals. We kunnen heel flexibel en innovatief in spelen op wensen in de markt. Echt, 45-voet heeft de wind in de zeilen.”

De kracht van RPPC

UNIT45 is al geruime tijd lid van RPPC. “De kracht van RPPC is het netwerk. Je ziet en spreekt andere leden tijdens bijeenkomsten, die op dit moment vooral digitaal plaatsvinden. Tijdens een fysieke bijeenkomst spreek je zoveel mensen dat je er anders weken mee bezig zou zijn afspraken te plannen en ze op locatie te bezoeken.”